DNM-Online Boeken en beschouwingen
DNM-Online
De school: een oefenplaats om het leven te leren
Column
Jasmijn Kester, bestuurder SARO 'Samen Ambitieus Rotterdams Onderwijs'Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam is een stichting voor Christelijk Primair Onderwijs. Binnen onze Stichting vind je 29 scholen: oefenplaatsen waar kinderen samen met medewerkers het leven leren. Samen met bijna 800 medewerkers en ruim 7000 leerlingen geven we vorm aan goed onderwijs. Verbinding, veelzijdigheid, ambitie en vakmanschap vormen de kernwaarden van Kind en Onderwijs Rotterdam. Het staat voor ons allemaal, dit is wie wij zijn. Het zit in ons dagelijks gedrag. Het is ons DNA en we geven dit door. Samen zetten we ons in voor het beste onderwijs voor onze leerlingen. Een belangrijke vraag is echter: wat vormt nu eigenlijk dat beste onderwijs voor onze leerlingen?
Sowieso vinden we dat we moeten streven naar een goede balans tussen kwalificatie, socialisatie en subjectivering in de dagelijkse vormgeving van ons onderwijs op onze oefenplaatsen. Maar hoe zie je dit terug en of ervaar je dit op je school? Met het oog op ons koersplan 2023-2027 hebben we die vraag binnen de stichting gesteld aan onze leerlingraden, ouders/verzorgers, medewerkers en externe stakeholders. We hebben alle antwoorden verzameld, overdacht, afgewogen en we hebben veelvuldig de dialoog gevoerd. De uitkomsten hebben we vertaald naar ambities die we de komende jaren een plek gaan geven in ons onderwijs. Zo proberen we ‘het goede onderwijs met elkaar vorm te geven’. We weten dat het onderwijs niet maakbaar is en we realiseren ons dat onze opdracht uitdagend is. Maar de bron van onze identiteit – onze missie en visie, ons dynamisch koersplan, de onderlinge verbondenheid tussen onze medewerkers en de leerlingen - geeft vertrouwen, biedt inspiratie en is in zekere zin ook hoopvol. Inspiratie is inherent verbonden aan ‘goed onderwijs’. Inspiratie leg je niet op, het overkomt je, en het vraagt ruimte. Die ruimte creëren we door samen met onze directeuren, medewerkers, leerlingen en ouders/verzorgers stil te staan bij onderwerpen, vragen, ideeën, twijfels over het vormgeven van goed onderwijs binnen onze Stichting.
Recent trof ik een prachtig boekje van Gert Biesta aan op mijn bureau: De school als vrijplaats. Op verzoek van Verus onderzocht Biesta de rol en betekenis van inspiratie in het onderwijs en in De school als vrijplaats schrijft Gert Biesta over wat ervoor nodig is om geïnspireerd goed onderwijs vorm te geven:
Ruimte bieden aan inspiratie vraagt onderwijs dat in voldoende mate ‘poreus’ is, zodat de geestesadem kan waaien. Dat vraagt iets (…) van de atmosfeer in de school en de schoolgemeenschap. Ruimte bieden aan inspiratie vraagt ook onderwijs dat niet ‘overstemd’ is, dat niet voortdurend blootstaat aan alle prikkels uit en alle hectiek van de samenleving.
Het besef van het belang van inspiratie gaat terug op de vraag die ten grondslag ligt aan onderwijs en die Hannah Ahrendt aldus formuleerde: de vraag van het kind ‘leer mij te leven’. Dat maakt onderwijs een wonderlijke plek, schrijft Biesta, een plek waarin besef van niet-maakbaarheid en onderlinge verbondenheid van groot belang zijn.
Elk jaar komt identiteit op de agenda van ons DO, ons directeurenoverleg, met als centrale vraag: hoe geven we invulling aan goed onderwijs vanuit de identiteit van de scholen, ook in relatie tot burgerschapsvorming? De reden dat die vraag telkens terugkomt, is onder andere omdat de samenleving waar onze scholen deel van uitmaken sterk verandert. Als we scholen oefenplaatsen willen laten zijn waar kinderen en medewerkers samen het leven leren, dan vraagt dit bezinning, inspiratie en verbondenheid. En wat Gert Biesta schrijft in zijn laatste publicatie: zorg dat de scholen ruimte behouden voor inspiratie en dat het onderwijs niet overstemd wordt. Belangrijk voor ons is dan ook hoe doe je dat in de dagelijkse uitdagingen en hectiek?
Want als het gaat om de plek van levensbeschouwing en religie, van inspiratie van waaruit mensen hun leven vormgeven, dan zijn er twee belangrijke ontwikkelingen: de toename van religieuze en levensbeschouwelijke diversiteit en de toenemende druk om vooral op meetbare opbrengsten te sturen. Allebei dagen ze ons uit om een duidelijk verhaal te hebben over het belang van onze gezamenlijke inspiratie voor goed onderwijs.
Vanuit deze gedachten besteden we onder leiding van Verus tijdens ons laatste directeurenoverleg van dit schooljaar anderhalf uur aan ademruimte en ruimte voor ontmoeting, en daarbij ook stil te staan bij de manier waarop inspiratie en identiteit onderdeel uitmaken van ons dagelijks ‘goed onderwijs’.
Jasmijn Kester
College van Bestuur Kind en Onderwijs Rotterdam
j.kester@kindenonderwijsrotterdam.nl
Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem