DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

maandag 02 mei 2016

Leestips

Gerritjan van Luin

 

 

 

 

ruim baan voor de pedagogie

De pedagogiek mag zich verheugen in toenemende belangstelling. Vooral na de publicatie van Het prachtige risico van onderwijs van Gert Biesta, over wiens gedachtegoed we in september jl. een DNM-special publiceerden (DNM 2.3), kwam er Nederland een gesprek op gang over het belang van pedagogiek in de dagelijkse onderwijspraktijk. Want als - zoals Biesta schrijft - onderwijs­peda­gogi­sche processen en praktijken niet op een machineachtige manier werken en die ‘zwakte’ juist de pedagogische kracht van onderwijs uitmaakt, komen vragen op als ‘hoe geef je vorm aan dat ‘risicovolle’ pedagogisch handelen?’ en ‘waarop baseer je dat handelen?’. Daarover verschenen in korte tijd een aantal lezenswaardige boeken.


ongelijkheid

Veelbesproken is de conclusie van de Inspectie van het onderwijs in De Staat van het Onderwijs 2016 dat de kansenongelijkheid in het onderwijs oploopt. Veel kinderen met laagopgeleide ouders krijgen niet het onderwijs dat ze aan zouden kunnen. Ze krijgen lagere basisschooladviezen, stromen vaker door naar een lager onderwijsniveau, stromen vaker af en gaan ze minder vaak naar het hoger onderwijs dan in eerdere jaren. De kansenongelijkheid groeit.

Het rapport van de Onderwijsinspectie was aanleiding voor de redacteuren van De Groene Amsterdammer om – geïnspireerd door het boek Our Kids: The American Dream in Crisis van de Amerikaanse politicoloog Robert D. Putnam te onderzoeken hoe het met de Nederlandse droom staat. De Groene Amsterdammer van 20 april 2016 is een rijk dubbelnummer geworden, met verhalen van het voetbalveld, uit de buurt en vooral uit de scholen.  


In januari jl promoveerde Wouter Pols op het proefschrift In de wereld komen. Een studie naar de pedagogische betekenissen van opvoeding, onderwijs en het leraarschap, een filosofische verhandeling om “de pedagogiek bij de tijd te brengen” en daarmee het heersende denken over opvoeding en onderwijs, dat volgens hem vooral economisch is, ter discussie te stellen. Ook Pols concludeert dat het proces van opvoeding en onderwijs geen maakproces is: “de houding van de leraar of opvoeder, zijn ethos, is daarbij cruciaal, meer dan het toepassen van (wetenschappelijke) kennis.”

 

 


Een van de filosofen bij wie Pols te rade gaat is Hannah Arendt. Zij is ook een van de drie klassieke denkers over opvoeding die Joop Berding in zijn boek ‘Ik ben ook een mens’ bespreekt. Janusz Korsczak en John Dewey zijn de andere twee. Berding heeft met zijn boek een aantal stevige vragen willen beantwoorden: ‘Wat betekent het voor de oude generatie dat er een nieuwe ter wereld is gekomen?’, ‘Wat is er voor nodig om die generatie in de wereld te laten verschijnen in de volle betekenis van ‘mens’?’ En natuurlijk geeft hij niet dé antwoorden, die zijn er immers niet. Maar bij verkent – met deels andere denkers dan Pols en Biesta - wel fraai de thema’s die in de boeken over pedagogie steeds weer opduiken: het willen presenteren van de wereld, risico willen lopen, weerstand bieden en weerstand willen ervaren, nieuwe vergezichten openen voor leerlingen, leerlingen beschouwen als subjecten.

 

 


De plicht om weerstand te bieden is de ondertitel van Pedagogiek van de Franse pedagoog Philippe Meirieu, een grootheid in Frankrijk, maar relatief onbekend in Nederland. Uitgever René Kneyber en vertaler Simon Verwer hebben daar wat aan willen doen. ‘Weerstand bieden’ is bij Meirieu een complex en rijk begrip. Het is niet alleen gericht op maatschappelijke verwachtingen van de maatschappij, van ouders en leerlingen; we moeten ook – zo stelt Meirieu - weerstand bieden aan onszelf, aan de irrationele, soms onvolwassen verlangens die ons gedrag soms te veel sturen. Leerlingen helpen dit - met veel zelfkennis - te leren is ook een opdracht van leraren.

 

 

 


het perfecte team

Charles Duhigg, journalist van The New York Times, schreef onlangs over het ‘Project Aristoteles’ dat de afdeling Personeelsanalyse van Google uitvoerde om te onderzoeken wat er nodig is om het beste team te creëren. Zou het beste team er een zijn met uitsluitend knappe koppen? Of met een vastberaden leider? Beide bleken niet doorslaggevend te zijn. Wat wel helpt bij creëren van sterke teams is dat de teamleden geloven dat hun werk belangrijk is en voor hen zelf ook betekenisvol en dat ze op elkaar kunnen rekenen. Maar de belangrijkste factor bleek ‘psychologische veiligheid’ te zijn en dan eigenlijk ‘maar’ twee basisprincipes: (1) iedereen heeft het gevoel zich te kunnen uitspreken (iedereen is steeds ongeveer even lang aan het woord) en (2) de teamleden laten zien dat ze rekening met elkaar houden. Meer lezen: http://bit.ly/1qUrHMW.


de organisatie als een stam

De Corporate Tribe van Daniëlle Braun en Jitske Kramer is onlangs uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar 2016. In dit prettig geschreven en fraai vormgegeven boek wordt in dertig verhalen de wijsheden van vreemde volken gepresenteerd en wordt de lezer uitgenodigd om met die nieuwe perspectieven – zoals Nomadisch fuseren, Oegandees aanspreken en Hawaïaanse organogrammen – naar de eigen organisatie te kijken: waar zijn we ook al weer van? Wat was ook al weer de bedoeling van wat we doen? Hoe kunnen mensen zich (weer) verbonden voelen met de ziel van onze organisatie?

 


 



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image
Nog geen reacties geplaatst
Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.