DNM-Online Boeken en beschouwingen

 

DNM-Online
 

 

zaterdag 01 juli 2023

Leesvaardigheid en overheidssturing

Redactioneel

Pieter Leenheer, redacteur DNM

Zoals bekend staat de kwaliteit van ons onderwijs ernstig onder druk. Veel nadere toelichting behoeft dat niet, zij het dat die uitspraak wel wat nuancering verdient. Want de kwaliteit van onderwijs schiet eigenlijk al sinds de Tweede Wereldoorlog geregeld tekort. Tot die tijd was onderwijs tot op grote hoogte een pedagogische provincie waar men, afgeschermd van de boze buitenwereld, zijn eigen gang kon gaan. En over kwaliteit had vrijwel niemand het. Daaraan kwam echter na de Tweede Wereldoorlog een einde toen de overheid zich veel actiever met onderwijs ging bemoeien om ervoor te zorgen dat Nederland mee kon komen met de voortdurend versnellende ontwikkelingen. Sinds die tijd kregen de scholen alsmaar meer op hun bordje en doordat de basisstructuur ervan ongewijzigd bleef (één leraar met een x aantal kinderen in één lokaal), schieten de scholen onvermijdelijk altijd wel èrgens tekort. Bovendien ontstaat zodra ze daaraan wat doen, meteen een waterbedeffect: als men hier wat repareert, duikt uit tijdgebrek automatisch elders een probleem op.

In zekere zin is in onderwijs crisis de normale toestand, dus niet iets waarover je erg dramatisch moet doen. Dat betekent echter niet dat je de crisis maar de crisis moet laten. Je moet natuurlijk wel goed kijken wat er aan de hand is, waardoor het komt en of er wat aan te doen valt. En dat is wat een van de huidige crises betreft, de gebrekkige leesvaardigheid van leerlingen, voor een deel glashelder. Leesvaardigheid wordt door tal van factoren beïnvloed (thuissituatie, social media, aandacht voor leesvaardigheid bij bijvoorbeeld zaakvakken), maar krijgt bij uitstek bij het schoolvak Nederlands expliciete aandacht. En daar is al jaren iets bijzonder merkwaardigs aan de hand. Als u en ik een betogende tekst lezen, dan zullen we, neem ik aan, allebei op een gegeven moment wat afstand nemen van de tekst en ons afvragen, wat wil de schrijver me nou eigenlijk vertellen? En wat vind ik daarvan? Dat is een wezenlijke stap, maar curieus genoeg hoeven leerlingen die stap bij Nederlands niet te zetten. Ze worden namelijk getraind op het beantwoorden van vragen bij een tekst en daarvoor hoeven ze niet de hele tekst te lezen: ze kunnen volstaan met per vraag iets op te zoeken in losse passages in de tekst. En vraag je ze na afloop waarover de tekst nou eigenlijk ging, dan blijven de meesten het antwoord schuldig. Dat deze zinloze praktijk al jaren bestaat, zit hem in de meetbaarheid. Een open opdracht zou een aanzienlijke betere toetsing van leesvaardigheid zijn, maar ja, die is moeilijk objectief te toetsen en dat is in tijden van meetbaarheid nu eenmaal een lelijk probleem. En of we met het aftreden van Dennis Wiersma daarvan afzijn, lijkt me de vraag. Een beleid buig je immers niet à la minute om. Daarom toch nog even wat meer over Wiersma’s voornemens.

Met Dennis Wiersma zaten we met een minister die koos voor wat hij ‘actieve centrale sturing noemt’. En wat dat inhoudt, werd duidelijk in zijn kamerbrief naar aanleiding van een rapport van een interdepartementaal beleidsonderzoek naar de overheidssturing in het onderwijs. Wiersma wilde samen met de professionals (leraren, schoolleiders, bestuurders) glasheldere en meetbare doelen stellen. Nu waren die glasheldere doelen er dan nog wel niet, maar dat weerhield Wiersma er niet van te stellen dat evidence informed werken de norm moet zijn, want er is immers ontzettend veel kennis over wat werkt. Die laatste formulering – kennis over wat werkt - is echter omineus: in feite wilde Wiersma eigenlijk dat er evidence based gewerkt wordt, en dat is niet zo vreemd: dat is immers goed meetbaar en ook goed te controleren door de inspectie die onder Wiersma als een soort strenge wijkagenten op pad zou worden gestuurd.

Alleen is kennis over wat werkt, bepaald geen voldoende voorwaarde voor goed onderwijs. Wat hier werkt, hoeft dat daar niet te doen, want de context en de praktijkkennis van de leraren bepalen uiteindelijk het resultaat. Kennis over wat werkt, is geen evidence, maar in veel gevallen slechts een plausibel gegeven, iets dat je als leraar zeker in de besluitvorming kunt betrekken, maar op zich geen enkele garantie biedt. Dat is echter een ongemakkelijke waarheid voor een minister die zoals Wiersma per se wil scoren in de paar jaar die hem of haar gegund is, en daarom kiest voor wat hij noemt, actieve centrale sturing. Want dat komt in elk geval daadkrachtig over. Alleen is het natuurlijk een te simpel idee van de relatie tussen overheidssturing en effect op de rommelige werkvloer waar altijd van alles met van alles en nog wat interacteert. Dat maakt overheidssturing niet overbodig; alleen maar heel erg ingewikkeld. Een spannende vraag is of Wiersma wordt opgevolgd door iemand die daarvoor meer oog heeft.


Professionalisering
Een goed voorbeeld van Wiersma’s besturingsfilosofie was het masterplan basisvaardigheden. Kort door de bocht: Wiersma wilde dat alle scholen gebruikmaken van effectieve leer- en ontwikkelmiddelen en daartoe stuurde hij basisteams naar de scholen met experts die kennis, extra handen en hulp op school aan zouden bieden. Goed beschouwd ging hij dus uit van een deficiëntiemodel: leraren kunnen iets niet en moeten daarbij door experts van buiten geholpen worden. Die kijk op professionalisering staat haaks op wat we inmiddels daarvan weten. 
Voor wie daarvan een beeld wil krijgen: het themadeel van DNM 10.3 is in zijn geheel aan professionalisering van en door leraren gewijd.


Pieter Leenheer
Redacteur DNM
pieter.leenheer@planet.nl



Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem

Leave this one empty:
Naam:
Don't fill in data here:
Reactie:
Don't put anythin in here:
CAPTCHA Image

Jiska Kniep - 16 juli 2023

Je betoog sluit goed aan bij het recent verschenen boek van Jacquelien Bulterman, ‘Het lerarentekort’. Laat leraren zelf onderzoeken wat ze nodig hebben om deficiënties bij hun leerlingen weg te werken; geef ze daar tijd voor en geef er ondersteuning bij. Haal die experts van de basisteams dus niet uit het onderwijs, maar zet ze ook voor een klas op de school waar ze docenten ondersteunen in het doen van onderzoek. Een mooie surplus voor de school en voor de experts!

Uw internetbrowser is verouderd.

Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.