DNM-Online Boeken en beschouwingen
DNM-Online
Mag niet bestaat niet
Leestip
Marianne van Teunenbroek, senior beleidsadviseur en redacteur DNMIn ‘Mag niet bestaat niet’ houden Harry Kruiter, Sander Meiberg en Sophie Albers, van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW), een krachtig pleidooi voor een andere kijk op het oplossen van complexe maatschappelijke problemen. Hun boek richt zich op het doorbreken van de schijnbaar onwrikbare regels en procedures die publieke organisaties vaak verlammen, en pleit voor een meer mensgerichte benadering die gebaseerd is op vertrouwen, maatwerk en daadkracht.
Nieuw perspectief op complexe problemen
Het boek opent met een confronterende constatering: de harde werkelijkheid dat veel publieke instellingen vastzitten in rigide systemen die burgers eerder belemmeren dan helpen. Dit probleem doet zich voor in een breed scala aan sectoren, van de zorg en het onderwijs tot sociale dienstverlening en gemeentelijke hulpverlening. De auteurs argumenteren dat deze 'systeemwereld' vaak botst met de 'leefwereld' van de burgers, wat leidt tot onnodige bureaucratische obstakels.
Voorbeelden uit de praktijk leggen de kloof tussen beleid en uitvoering bloot. Centraal staat een casus waarin een medewerker van het wijkteam van een gemeente tegen enorme weerstand oploopt als zij een maatwerkoplossing zoekt voor een zwangere vrouw die dakloos dreigt te worden. Het boek illustreert daarmee feilloos hoe de systeemwereld burgers kan frustreren en soms zelfs beschadigen. Maar in plaats van zich te beperken tot kritiek, biedt ‘Mag niet bestaat niet’ ook een constructief alternatief: een aanpak waarin vertrouwen, creativiteit en pragmatisme centraal staan.
Voor onderwijsbestuurders, schoolleiders en teamleiders biedt dit boek waardevolle inzichten die direct toepasbaar zijn in de dagelijkse praktijk. Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd hoe je cirkelredeneringen kunt omdraaien en hoe je als leider kunt investeren in een bottom-up lerende organisatie, bijvoorbeeld door reflectieve gespreksvormen tussen professionals te stimuleren, waarmee zij met elkaar de argumenten die ze opwerpen, kunnen afpellen, beter begrip krijgen voor elkaars perspectief en kunnen komen tot collectief handelen. De auteurs leggen de vinger op de zere plek van waar het vaak misgaat in organisaties die te veel gefocust zijn op regels, en te weinig op mensen. Ze benadrukken dat het tijd is om regels meer als richtlijnen te zien dan als dogma's en om meer ruimte te bieden voor maatwerk en professionaliteit op de werkvloer.
Een van de belangrijkste lessen voor leidinggevenden is het belang van het empoweren van medewerkers. Het boek maakt duidelijk dat professionals vaak precies weten wat nodig is om problemen op te lossen, maar dat ze regelmatig worden tegengehouden door regels of een gebrek aan vertrouwen hogerop in de organisatie: ‘Hier zijn wij niet van’ of: ‘Hier hebben we geen middelen voor’ zijn dan de argumenten. Door professionals de ruimte te geven om te handelen op basis van hun expertise en ervaring, kunnen leidinggevenden een cultuur van vertrouwen en verantwoordelijkheid bevorderen, wat uiteindelijk leidt tot betere resultaten voor de organisatie en de gemeenschap die zij dient.
Toepasbaarheid
Hoewel het boek zeker inspirerend en waardevol is, zijn er enkele kanttekeningen te plaatsen. De nadruk op maatwerk en flexibiliteit roept namelijk ook vragen op over de uitvoerbaarheid in de praktijk. De voorbeelden in het boek komen vaak uit situaties waarin er sprake is van relatief kleine aantallen betrokkenen, wat het mogelijk maakt om de regels te buigen of te omzeilen. Maar in grotere organisaties of bij problemen op grotere schaal, kan het moeilijker zijn om dergelijke flexibiliteit toe te passen zonder te vervallen in willekeur of zelfs vriendjespolitiek.
Een andere kritische noot betreft de praktische werking van de voorgestelde oplossingen. Hoewel de auteurs een heldere visie beschrijven met overtuigende argumenten, blijven zij soms wat vaag over de concrete stappen die nodig zijn om deze veranderingen daadwerkelijk door te voeren. Verwacht dus geen gedetailleerde adviezen of richtlijnen om de transitie van een regelgebaseerde naar een mensgerichte aanpak te maken.
‘Mag niet bestaat niet’ is de moeite waard is voor iedereen die leidinggeeft binnen publieke instellingen. Het biedt een herkenbare kijk op de manier waarop publieke organisaties functioneren en laat zien hoe zij beter kunnen inspelen op de behoeften van burgers en medewerkers. Voor bestuurders en leiders die de ambitie hebben om verandering te bewerkstelligen, biedt dit boek een uitnodiging om buiten de gebaande paden te treden. Het is vooral nuttig voor leidinggevenden die openstaan voor verandering en bereid zijn om de rigide kaders van de systeemwereld te doorbreken en die geïnspireerd willen worden tot het creëren van een organisatiecultuur waarin vertrouwen, creativiteit en menselijkheid centraal staan.
Harry Kruiter, Sander Meiberg en Sophie Albers (2024). Mag niet bestaat niet. Instituut voor Publieke Waarden
Marianne van Teunenbroek
Senior beleidsadviseur bij de afdeling onderwijs van de gemeente Utrecht en redacteur van DNM.
marianne.van.teunenbroek@utrecht.nl
#comments#