DNM-Online Boeken en beschouwingen
DNM-Online
Schoolleiders in beweging – Over het Nationaal Programma Onderwijs
Beschouwing
Emmeken van der Heijden, rectorEen jaar geleden waren we zeer bezorgd over de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs. We lieten al jaren een dalende trend zien op de Pisa-rankings. Lees- en rekenvaardigheden namen af en de kansenongelijkheid nam alleen maar toe. De inspectie voerde met scholen het gesprek over meer differentiatie in het onderwijs, over meer uitdaging en eigentijdser onderwijs. Maar verandering was lastig: roosters, examens en cultuur waren niet op verandering ingericht. En middelen waren er niet. We zijn het bijna vergeten.
Sinds een jaar staat in het onderwijs alles op z’n kop. Roosters, kwaliteitszorg, toetsing en ook de klasinrichting, de bel. De examens, de open dag, de diploma-uitreiking en de buitenlandse reizen. De docent, de leerling, de autonomie en samenwerking en ook leiderschap, communicatie en ouderparticipatie. Kansenongelijkheid, digitale vaardigheden, sociale vaardigheden, de rol van het individu en de kracht van de gemeenschap. Alles staat ter discussie. En de middelen zijn er nu wel.
Het Nationaal Programma Onderwijs en de daarbij beloofde middelen kunnen ons een oplossing bieden, tenminste als we die op de goede manier gaan inzetten: niet alleen de ontstane achterstanden wegwerken, maar vooral werken aan duurzame schoolontwikkeling. De landelijke discussie over het Nationaal Programma Onderwijs gaat gelukkig ook in die richting. Schoolleiders en docenten pleiten voor een structurele aanpak in plaats van een incidentele. En ook vanuit andere sectoren zoals onder andere het MKB komt de roep om leerlingen op te leiden tot creatieve en ondernemende burgers, meer dan om het bijspijkeren van vermeende achtergebleven kennis en vaardigheden. Dat het daarbij om incidenteel geld gaat, hoeft overigens niet problematisch te zijn. Immers, in de verbouwing van je huis pomp je ook eenmalig veel geld. Daarna heb je alleen nog maar onderhoudskosten. Dat is voor het onderwijs niet anders.
Er is iets heel essentieels gebeurd in het onderwijs het afgelopen jaar. Nu is het moment zaken anders te gaan doen. Het Nationaal Programma Onderwijs biedt ons de middelen om te investeren in een onderwijssysteem waarin bij een volgende crisis überhaupt geen achterstanden meer hoeven te ontstaan. Onderwijs dat naast kennis en vaardigheden bijdraagt aan een moreel kader, sociale gelijkheid, een betekenisvolle economie en collectieve verantwoordelijkheid.
Het is aan ons, schoolleiders, om deze thema’s niet alleen te benoemen, maar hier ook concreet handen en voeten aan te geven. Als eerste schot voor de boeg zie ik de volgende mogelijkheden.
Van toetsdruk naar formatief handelen
Verontrust zagen we voor de coronacrisis leerlingen vaak ongeïnteresseerd en onaangeraakt in de schoolbanken zitten. Saaiheid en ‘moeten’ wonnen het vaak van de wil om te leren. Gedrag dat voor een deel te maken had met de inrichting van ons onderwijs: te hoge toetsdruk, te weinig zicht van leerlingen op hun eigen leerproces. Tijdens de coronacrisis waren er geen toetsen mogelijk. Het heeft ons geleerd anders te kijken naar onderwijs. Formatief handelen als een andere vorm van didaktiek en pedagogiek waarbij leerlingen zelf aan de slag gaan en waarbij de docent de lessen veel meer kan afstemmen op de behoefte van de leerling. Het heeft veel leerlingen zelfredzamer gemaakt. Een ontwikkeling die we zeker moeten voortzetten.
Van opgetuigde leermethodes naar maatwerk en modulair onderwijs
De coronacrisis heeft het onderwijs gereduceerd tot wat minimaal nodig is. Het liet ook de grote verschillen tussen leerlingen zien: leerlingen die moeite hadden met deze onderwijsvorm en achterstanden opliepen, anderen die juist te weinig uitgedaagd werden. Deze ervaring leidt tot een gedachte van herontwerp van onderwijs in modulaire eenheden. Dat biedt immers een onderwijsaanbod dat veel gedifferentieerder is: leerlingen die meer uitgedaagd willen worden doen meer en andere modules dan de leerlingen die kiezen voor de basisvariant. Modulair onderwijs als vorm van maatwerk. Een dergelijk herontwerp leidt tot een heroverweging van de ontwikkeling van leermiddelen door uitgeverijen: die verrijken immers juist individuele leermethodes met veel aanvullend (beeld)materiaal en zo mogelijk een eigen leeromgeving. Zouden we dan toch niet beter ons eigen leermateriaal kunnen ontwikkelen?
Van hybride naar blended onderwijs
Leerlingen volgen nu veelal dag om dag het onderwijs op school en thuis. Een jaar geleden was daarbij het hybride onderwijs het startpunt: de docent gaf dezelfde les tegelijkertijd aan de leerlingen thuis en op school. Het afgelopen jaar heeft vervolgens een ontwikkeling laten zien naar blended onderwijs: de keuze voor digitaal of fysiek onderwijs op basis van het leerdoel. Bijvoorbeeld kennisoverdracht via een van tevoren opgenomen filmpje en de fysieke les ingezet voor een debat met leerlingen. In de loop van de tijd volgen de parallelle groepen dan ook steeds meer aparte trajecten. De ervaring die we hier mee opdoen, kunnen we na de coronacrisis inzetten om veel bewuster een keuze te maken tussen onderwijsaanbod, leerdoel en type leerling.
Van interne gerichtheid naar samenwerking met de omgeving
De gezamenlijke vraagstukken, de urgentie en het digitale werken heeft het afgelopen jaar de leercultuur binnen de school en met externe partners enorm geïntensiveerd. Reistijden en parkeerproblematiek zijn geen belemmeringen meer. Men vindt elkaar snel en effectief. Ook de deur van het klaslokaal staat open en iedereen kan meekijken. Dat dit overigens ook een keerzijde kent, is evident. Kwaliteits- en leercultuur als belangrijke items voor duurzame schoolontwikkeling.
Van kennisgedreven naar waardegedreven onderwijs
Alle bovenstaande thema’s zijn onderdelen van wat we met waardegedreven onderwijs bedoelen: het opleiden van leerlingen tot onderzoekende, ondernemende en sociale burgers. Burgers die vragen stellen voordat ze oordelen, burgers die naast hun individuele geluk bijdrage aan een collectieve verantwoordelijkheid. Tijdens de coronacrisis hebben leerlingen op dat vlak heel veel geleerd. Het is aan ons om deze thema’s structureel te verankeren in ons onderwijs na de crisis.
Ik zie er naar uit om deze thema’s samen ter hand te nemen en te bespreken. Een gesprek dat we mijns inziens breed moeten voeren: met leerlingen, docenten, ouders, vervolg- en lerarenopleidingen, basisonderwijs en externe partners. Afgelopen jaar is geen onderbreking, maar een fase in ontwikkeling van het Nederlandse onderwijs, zij het een zeer intensieve. Laten we niet vergeten waar we voor de crisis waren gebleven en ons blijvend herinneren hoe ontzettend fundamenteel afgelopen jaar voor het onderwijs was.
Emmeken van der Heijden
Rector Van Maerlantlyceum Eindhoven
e.vanderheijden@vanmaerlantlyceum.nl
Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem