DNM-Online Boeken en beschouwingen
DNM-Online
Tussenruimte ontwikkelen: Laten we weer wat vaker tot 10 tellen!
Column
Bart Schipmölder, directeur-bestuurder NSO-CNA LeiderschapsacademieLaatst fietste ik naar Amsterdam voor een bezoekje aan de markt. Bij het naderen van de pont over het IJ werd ik aangesproken door een vriendelijke meneer gehuld in een rood vestje van het GVB. Of ik af wilde stappen en lopend de pont op wilde gaan. Ik voelde mij terechtgewezen en er kwam een niet zo vriendelijke reactie op, zoiets van: ‘bemoei je met je eigen zaken, laat mij mijn eigen ding doen’ en ‘ik let echt zelf wel op, doe het al jaren zo’. Ik sprak mijn irritatie en gedachten niet uit. In het moment had ik gelukkig voldoende tegenkracht om deze automatische antiautoritaire reactie te onderbreken. Ik werd ook niet zozeer terechtgewezen, maar aangesproken of eigenlijk zelfs vriendelijk verzocht. Terwijl ik stond bij te komen van de sprint om de pont te halen realiseerde ik me dat ik juist blij ben met wat toezicht op de pont. Ik erger me bijvoorbeeld regelmatig aan de fijnstof-producerende scooters die met de motor aan de pont op rijden en mijn leefmilieu danig verpesten. Meestal laat de bestuurder van die scooter zich daarop niet aanspreken, en dan verlang ik naar toezicht door een vriendelijke meneer in een rood hesje.
Gedrag van mensen is vroeg aangeleerd en geautomatiseerd. In een reflex reageren we op gedrag van anderen met onze vroege reacties. In veel gevallen is dat maar goed ook. Anders zouden we ons niet voort kunnen bewegen en tegelijkertijd om ons heen kunnen kijken met wat drinken in de hand. Maar lang niet al ons (aangeleerd) automatisch gedrag is echter handig en passend in de situatie en bij wie je op dit moment in je leven wilt zijn.
Je zult bij momenten als zo’n reactie zich opdringt iets anders in jezelf moeten mobiliseren om tegenkracht aan deze primaire reacties te bieden. Victor Frankl overleefde de concentratiekampen en leerde daar over de tussenruimte: ‘Tussen stimulus en respons is er een ruimte. In die ruimte is er een keuze om ons antwoord te kiezen. In onze reactie ligt onze groei en onze vrijheid.’ Onze vrijheid is dus volgens Frankl niet gelegen in het kunnen uitleven van onze primaire impulsen, maar in de keuze die we hebben om te bepalen hoe we willen reageren. Daarin kunnen we groeien en volwassenheid ontwikkelen.
Op dit moment zie ik in de samenleving een toename van agressie. Mensen leven steeds vaker hun primaire emoties uit en lijken meer vanuit een eigen, dan vanuit een gemeenschappelijk belang te handelen. Meer vanuit een recht hebben op, dan een plicht om bij te dragen aan het samenleven. Ik heb de indruk dat we het uitleven van emoties, gevoelens en frustratie normaal zijn gaan vinden, een grondrecht. Zelfs vanuit het centrum van de macht, onze Tweede Kamer, krijgen we dit voorbeeld voorgehouden. Parlementsleden scharen het uitleven van emoties en gevoelens onder hun vrijheid van meningsuiting. Ouders doen dat tegenwoordig naar schoolleiders en leraren, leerlingen naar hun leraren, bewoners richting de hulpdiensten en ga zo maar door. We maken met elkaar een samenleving waarin de eigen primaire emoties en gevoelens voorop staan. Maar als iedereen dat zou doen, in wat voor samenleving komen we dan terecht? Naar mijn idee in een reactieve, angstige en negatieve samenleving. Zou jij in deze samenleving willen leven? Komen we daar met elkaar verder mee? Ik denk van niet. Om de grote vraagstukken van dit moment met elkaar op te kunnen pakken zullen we weer wat vaker tot 10 moeten tellen of zoals Frankl dat noemt onze tussenruimte moeten ontwikkelen om vervolgens open en nieuwsgierig in gesprek te kunnen over de verschillen die tussen ons staan en ons raken.
Ik hoor nog wel eens mensen hierop antwoorden dat ze toch recht hebben op hun gevoel en emotie. Dat klopt. Onze emoties, frustraties en gevoelens horen bij ons menszijn. Ze raken aan onze passie, hartstocht en drive. Ze geven ons kracht en richting om te creëren, maar niet als we ons er door mee laten slepen. Dan hebben ze ons in hun greep. Door tussenruimte te ontwikkelen neemt de directe greep van onze gevoelens en emoties op ons gedrag af. Door mij bewust te worden van mijn emoties en gevoelens ga ‘ik hun komen en gaan ervaren als niets meer dan de natuurlijke werking van de geest, op dezelfde manier waarop golven van nature over het oppervlakte van een meer of oceaan rimpelen.”(Yongey Mingyur Rinpoche).
Als je je dus bewust bent van je emoties en gevoelens kun je een stok plaatsen tussen de impuls en de (automatische) reactie. Dat geeft je een stuur in handen. Dan word je leider van jezelf. Als je je bewust bent en ziet wat de ander doet en wat van jou is, kun je in de tussenruimte kiezen hoe je daarop wilt reageren. Daarbij kunnen je eigen waarden dan richting geven aan je gedrag. Deze waarden zijn je moreel kompas en geven richting bij vragen als: Hoe wil jij samenleven met anderen? Hoe wil je dat zij met jou omgaan? Wat vraagt de opdracht die er voor jullie ligt van jullie?
Laten we weer eens wat vaker tot 10 tellen.
Bart Schipmölder
Directeur-bestuurder NSO-CNA Leiderschapsacademie
b.schipmolder@nso-cna.nl
Bronnen:
Viktor Frankl. 1978. De zin van het bestaan. Uitgeverij Donker.
Facebook - Yongey Mingyur Rinpoche:
"If I were to become aware of my habitual thoughts, perceptions, and sensations, rather than being carried away by them, their power over me would begin to fade. I would experience their coming and going as nothing more than the natural function of the mind, in the same way that waves naturally ripple across the surface of a lake or ocean.”
Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem