DNM-Online Boeken en beschouwingen
DNM-Online
Vele wegen naar Rome - Onafhankelijk intern toezicht op samenwerkingsverbanden
Beschouwing
Hartger Wassink, zelfstandig adviseurBij veel samenwerkingsverbanden staat sinds de beleidsbrief van Arie Slob van vorig jaar november het thema ‘governance’ hoog op de agenda. Bij de start van Passend Onderwijs in 2014 kozen veel besturen nog voor een zo simpel mogelijke bestuursvorm. Dat betekende doorgaans, dat de deelnemende besturen zelf het intern toezicht op het bestuur namen. De uitvoerende rol werd meestal gemandateerd aan een directeur. Deze eenvoud had twee voordelen: de deelnemende besturen zaten dicht op het beleid, wat het draagvlak voor de soms moeilijke besluiten zou vergroten, en er ontstond zo min mogelijk ‘bestuurlijke drukte’, doordat een extra bestuurslaag voorkomen werd.
De werkelijkheid bleek weerbarstiger. De nauwe betrokkenheid van deelnemende besturen leidde tot rolverwarring. Wanneer spraken bestuurders als lid van het samenwerkingsverband, en wanneer als eindverantwoordelijke voor hun eigen organisatie? En de moeilijke besluiten bleken in die rolverwarring juist extra lastig te nemen. Directeuren van samenwerkingsverbanden, die gemandateerd waren om knopen door te hakken, was niet altijd duidelijk wat precies de grenzen van het mandaat waren. Het leidde tot impasses en zelfs conflicten.
Die bestuurlijke verwarring is een van de belangrijke oorzaken waardoor de inhoudelijke ontwikkeling van nieuw beleid omtrent passend en inclusief onderwijs maar moeizaam van de grond komt. Ondertussen gaan de ontwikkelingen gestaag door, binnen en buiten het onderwijs. In inhoudelijke zin ontstaat er meer diversiteit in aanpakken voor passend onderwijs, waarin niet alleen de samenwerking binnen het onderwijs versterkt wordt, maar ook met andere sectoren, zoals jeugdzorg en welzijn. In bestuurlijke zin vragen overheid en samenleving om meer transparantie over de afwegingen die gemaakt worden, en hoe de beschikbare budgetten besteed worden. Die twee ontwikkelingen samen leiden ertoe, dat het vraagstuk van bestuur en toezicht op samenwerkingsverbanden een stuk complexer is geworden, dan in de beginjaren.
Vormen van onafhankelijk intern toezicht
Het is dus niet verwonderlijk, dat het thema actueel is. Recent besteedde de VTOI-NVTK een special aan het onderwerp. In mijn advieswerk merk ik het ook aan het aantal vragen van besturen van samenwerkingsverbanden op dit vlak. Wat me daarbij op is gevallen de laatste jaren, is dat samenwerkingsverbanden voor voortgezet onderwijs meer met dit thema lijken te worstelen, dan de swv’en voor primair onderwijs. Maar dat kan de toevallige selectie zijn van de vraagstukken die bij mij terechtkomen.
Voor een van de samenwerkingsverbanden die ik adviseer heb ik onlangs me eens wat verder in de materie verdiept. Daarbij stelde ik mezelf een aantal vragen.
- Wat zijn nu de vormen waarmee onafhankelijk intern toezicht vorm kan krijgen?
- Is er een alternatief te vinden voor de ‘two tier’ organieke scheiding, waar minister Slob voor pleit in zijn beleidsbrief?
- En tot slot: wat zijn voorwaarden waaronder een betere scheiding van bestuur en toezicht tot daadwerkelijk beter beleid leidt?
Om deze vragen te beantwoorden heb ik zo veel mogelijk verschillende structuren vergeleken, die samenwerkingsverbanden gekozen hebben voor hun bestuur. Dat waren er verrassend veel. De variatie in manieren waarop zowel one tier als two tier besturen zijn ingericht met meer of minder onafhankelijke leden, is groot. Ik heb 8 voorbeelden op een rijtje gezet, en daarmee heb ik denk ik nog niet eens alle mogelijkheden beschreven. Mijn bevindingen zijn te lezen in een uitgebreide notitie, die hier te downloaden is.
Dé oplossing bestaat niet
In al deze variatie werd duidelijk dat dé oplossing voor effectief onafhankelijk intern toezicht op samenwerkingsverbanden niet bestaat. Naast een zorgvuldige keuze voor een in de context passende structuur, is het ook belangrijk om aandacht te hebben voor het proces. Papier versus praktijk. Een aantal bestuurders en toezichthouders van de samenwerkingsverbanden heb ik persoonlijk gesproken. Op basis daarvan, en op grond van mijn eigen ervaringen als adviseur, geef ik aan het eind van de notitie enkele voorwaarden voor het succesvol vormgeven van onafhankelijk intern toezicht.
Met toestemming van het samenwerkingsverband voor wie ik de notitie oorspronkelijk schreef, deel ik mijn bevindingen graag met een breder publiek. Ik hoop dat veel samenwerkingsverbanden die zich op dit vraagstuk beraden, er houvast aan ontlenen. Zodat uiteindelijk meer leerlingen zullen gaan profiteren van echt passend onderwijs.
Hartger Wassink
Zelfstandig adviseur (bestuur, leiderschap, toezicht)
post@hartgerwassink.nl
Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem
Ferdinand - 09 januari 2022
Ik heb je stuk gelezen Hartger. Wat ik mij afvraag is of er nog gekeken is naar een stuk wat in 2015 of 2016 was opgesteld voor het VTOI. Dat ging over de zelfde overwegingen en is van mijn hand. Ik stuur het je via de mail.