DNM-Online Boeken en beschouwingen
DNM-Online
We moeten het goed maken
Column
Jasmijn Kester, bestuurder SARO 'Samen Ambitieus Rotterdams Onderwijs'
Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van Kind en Onderwijs Rotterdam op 11 januari jl. wenste ik iedereen een goed nieuw jaar. En ‘goed’, zei ik, betekent voor iedereen weer wat anders. 2022 ligt achter ons. Een jaar met (heel oneerbiedig samengevat) een hoop gedoe: nasleep corona, oorlog, stijgende energiekosten, stijgende inflatie, toenemende armoede en ongelijkheid. Ik hoopte, vervolgde ik, dat 2023 in alle opzichten wat lichter zal zijn. Maar daar hebben we zelf ook wat in te doen.
De rode draad van mijn speech was: we kunnen niet afwachten tot het beter wordt, we moeten zelf in actie komen. Om anderen te helpen, maar vooral ook om ervoor te zorgen dat onze kinderen (de huidige generatie) betere voorouders worden dan wij dat zijn. Wij kunnen dat in gezamenlijkheid, daar heb ik vertrouwen in, mits we ook durven de verandering in gang te zetten die je graag zou willen zien en die zo hard nodig is. Zoals Kim Putters, de voorzitter van de SER, aangeeft in een interview in de Volkskrant van 12 januari jl.: ‘De polder moet op de schop. De plekken waar de traditionele macht wordt uitgeoefend zijn aan veranderingen toe. Het maatschappelijke model dat zich richt op materiële groei loopt op zijn eind.’ Ik ben het volledig met hem eens en dat klinkt wellicht gemakkelijk, maar zo steekt het voor mij niet in elkaar. Ik ben opgegroeid met verhitte discussievoering, dat wie A zegt ook B moet zeggen, en dat je je best moet doen. Mijn ouders, allebei met een groot sociaal hart en niet te beroerd om kritische vragen te stellen, ook daar waar het minder geapprecieerd wordt, hebben mij geïnspireerd en geleerd dat rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid niet een gegeven is, maar dat dat heel hard werken is in onze maatschappij/samenleving. En ik ervaar dit aan den lijve.
De polarisatie neemt toe. En al heb ik best al wel wat eelt op mijn ziel, het gaat me toch niet in mijn koude kleren zitten. ‘Bashen’ van bestuurders is gemakkelijk: wij zijn een rechtspersoon en als er iets misgaat in het onderwijs (in de brede zin van het woord) zijn wij de actor die je het makkelijkst onder het vergrootglas kunt leggen en waar je de schuld op kunt schuiven. Dit gedrag in de politieke arena, dikwijls gevoed door de media, is niet helpend. Integendeel zelfs. Het is simplistisch gedacht en gehandeld, kwalijk en zelfs schadelijk doordat het de polarisatie opstuwt. We hebben elkaar juist hard nodig om de krachten te bundelen en vanuit ieders verantwoordelijkheid inzet te kunnen tonen. Ego’s, aannames, traditionele hiërarchische machtuitvoering – dat alles moet op de schop.
Natuurlijk doe ook ik niet alles goed. Maar ook ik leer iedere dag bij, net als iedereen in welke beroepsgroep dan ook. Iedere dag sta ik op en doe ik met hart en ziel mijn werk als bestuurder. Het is mijn missie het iedere dag voor kinderen en jongeren in de stad Rotterdam het een beetje beter en betekenisvoller te maken in het funderend onderwijs, samen met collega’s en samenwerkingspartners. Om kansen te creëren, juist daar waar er barrières zijn en het gemakkelijk is te zeggen dat iets niet kan of niet lukt. In mijn rol kun je juist daar positief invloed op uitoefenen.
Het is een missie waarvoor verbinding met anderen noodzakelijk is: samen doen, samen leren, elkaar bevragen, samenwerken. Juist in een dynamische stad als Rotterdam vraagt dat nieuwsgierigheid en vertrouwen dat het inderdaad kan: samenwerken in het belang van de ontwikkeling van kinderen, van jongeren, van professionals. En van de stad Rotterdam.
Jasmijn Kester
College van Bestuur Kind en Onderwijs Rotterdam
j.kester@kindenonderwijsrotterdam.nl
Geef hieronder uw reactie op dit nieuwsitem
Gijs de Bont - 17 februari 2023
Uit het hart gegrepen, Jasmijn. Dank.